Osteopathie is een manuele geneeswijze. De osteopaat werkt holistisch; hij ziet het lichaam als een geheel. De verschillende weefsels in het lichaam zoals organen, spieren, botten en zenuwen beïnvloeden elkaar. Het onderling functioneren is afhankelijk van het evenwicht tussen deze systemen en dit waarborgt het natuurlijke vermogen zichzelf te herstellen.
Volwassenen en kinderen kunnen met uiteenlopende klachten bij een osteopaat terecht. Hij gaat op zoek naar de onderliggende oorzaak van een klacht. De oorzaak van een klacht bevindt zich niet altijd op de plaats waar deze wordt gevoeld.
De osteopathie heeft zijn oorsprong in de Verenigde Staten. De grondlegger was een Amerikaanse arts, Dr. A.T. Still (1828-1917). Doordat hij 4 familieleden verloor aan de meningitis, twijfelde hij aan de volledigheid van zijn medische kennis. Zo kwam hij erachter dat alle weefsels een zekere mate van beweging behoren te vertonen en dat verlies van deze beweeglijkheid een nadelige invloed heeft op de gezondheid.
Hij ontwikkelde een manier om met zijn handen de verminderde beweeglijkheid te kunnen opsporen. Hij combineerde zijn klassieke medische kennis met zijn eigen nieuwe inzichten en ontwikkelde zo het osteopathisch concept. Met speciale handelingen herstelde hij de beweeglijkheid, om een zo groot mogelijk effect op het lichaam uit te oefenen. Belangrijk in de osteopathische denkwijze is het feit, dat het menselijk lichaam beweeglijk is en dit ook behoudt.
Osteopathie is in Amerika sinds 1966 wettelijk erkend en geïntegreerd in de reguliere gezondheidszorg. Via Engeland en België raakt de osteopathie steeds meer bekend. Ook in de sport raakt het steeds meer ingeburgerd; Het Rabobank pro- wielerteam en tal van andere sporten maken er gebruik van.
|